Lachen is gezond
“Een kind lacht gemiddeld 300 tot 400 keer per dag, volwassenen nog maar zo’n 10 tot 15 keer.” (Bron VGZ) Uit dit soort cijfers blijkt dat ons het lachen vrijwel vergaat naarmate we ouder worden. Dat is ronduit schokkend, vindt u niet?! Nu ben ik een optimist in hart en nieren, dus ik denk (en hoop van harte) dat het wel goed zit met onze lachspieren. Zelf lach ik graag en toch minimaal ‘regelmatig’ zou ik zeggen. Als alle glimlachjes ook meetellen, dan haal ik die 10 tot 15 keer per dag met gemak! Al gebiedt de eerlijkheid mij wel te zeggen dat de schaterlach wat schaarser is geworden met de jaren. En dat is best wel jammer, want lachen is heerlijk. De humor ligt op straat, zegt men wel eens. Ik heb de proef maar eens op de som genomen. Het begon meteen goed. Het mooie weer van het afgelopen weekend zorgde er namelijk onmiddellijk voor dat mijn mondhoeken omhoog krulden. Paul en ik fietsten op ons gemak een stukje over de dijk waar de laatbloeiende bloemen en uitgeschoten heggetjes mijn glimlach wisten vast te houden.Een paar kilometer verderop, ergens aan het Wad, vindt een vrolijke familiebijeenkomst plaats. Jong en oud heeft zich verzameld om te genieten van de nazomerzon. Sommigen zitten op klapstoelen, er zijn mensen actief met badmintonrackets en een frisbee en anderen proberen zonder veel succes een vlieger op te laten. Er staat zelfs een koelbox met versnaperingen en iedereen heeft het zichtbaar naar zijn zin. Op zich een leuk tafereel, maar niet echt lachwekkend of zo. Paul vindt het echter allemaal maar niks. Hij begrijpt niet wat er leuk aan is om zomaar ergens met z’n allen in een berg zand te gaan zitten picknicken. Hij is heel serieus, zijn gezicht spreekt boekdelen. En dat vind ik dan weer wél heel grappig!
‘s Middags winkels kijken is ook een succes. Als je er maar even de tijd voor neemt. Bij de schoenenwinkel voor de deur staat een zichtbaar verveelde man aan een sigaret te zuigen. Zijn vrouw, die koortsachtig lijkt te zoeken naar het perfecte koopje, komt af en toe een potentieel paar schoenen aan hem laten. Dat de man nauwelijks reageert, lijkt haar in het geheel niet te deren. Dat vind ik humor om te zien.
Een deur verder, bij de kapper, hoef je maar naar binnen te gluren en de slappe lach slaat spontaan toe. Een vrouw zit met een doorzichtige badmuts op haar hoofd, waaruit allemaal plukjes haar naar buiten steken, te wachten op een coupe du soleil. Ze lijkt net een toiletborstel, maar dan een met een gezicht. Het hoofd van haar buurvrouw is ingepakt in een stapel aluminiumfolie en daar overheen hangt een grote, iets te hard blazende droogkap. Mevrouw nummer drie, al wat op leeftijd, zit net in de beroemde blauwspoeling. Waarom doen mensen dat toch nog steeds?
Ik begrijp werkelijk niet dat mensen zich vrijwillig in een krulsmurf laten veranderen. Het zal de generatiekloof wel zijn, denk ik. Bij de supermarkt is het de combinatie van situaties en gezichten die zorgt voor een komische noot. Een verstrooid ogende man in een keurig pak staat met een mandje aan zijn arm ongeduldig met iemand te bellen, welk merk stroopwafels hij mee moet nemen. Een krijsende, rood aangelopen kleuter rolt over de grond omdat hij zin heeft in chocolade, terwijl zijn tevens verhitte moeder, die dit geen goed idee vindt, probeert voet bij stuk te houden. Een quasi onschuldige vrouw schuifelt tot drie keer toe langs de vleeswarenafdeling om ‘ongemerkt’ een stukje snijworst van het proefbordje te graaien. Een blonde jongeman die blijkbaar dacht geen mandje nodig te hebben, staat te peinzen hoe hij ergens tussen de spaghettisaus, een pot pindakaas, een grote zak chips, een sixpack bier en twee komkommers in, nog een pak melk kan klemmen. Een verlaten en zo te zien gevallen doos eieren op de grond is als een glibberend stilleven tussen alle drukte. En natuurlijk de gezichten van de rij ‘geduldig’ wachtenden in de rij bij de kassa. Prachtig om te zien! Op weg naar huis komen we langs het zogenaamde ‘leugenbankje’. Op en rond dit bankje heeft zich een groepje oudere heren verzameld. Ze staan elkaar luidkeels en ondersteund met gebaren, sterke verhalen en leugens te vertellen. Althans, dat maken wij ervan, anders klopt de naam van het bankje niet meer. Dat niemand dáár nu een real-life-soap van maakt!Grijnzend rijden we verder. In de laatste kilometer fietst een vrouw ons tegemoet. Naast haar loopt een zo te zien nog jonge, Friese Stabij. Als onze wegen elkaar bijna kruisen, besluit de zwart-witte viervoeter plotseling, voor de fiets van zijn baasje langs, over te steken. De vrouw kan ternauwernood voorkomen dat ze met fiets en al languit gaat. Verontschuldigend kijkt ze ons aan tijdens het voorbijrijden.Ik kan er niks aan doen, maar mensen die (bijna) vallen vind ik een van de leukste taferelen die er zijn. En dus schateren we het uit, maar wel pas als we buiten gehoorafstand zijn. Want we zijn netjes opgevoed!
Tevreden zet ik even laten mijn fiets weer in de garage. Er is gelukkig nog genoeg te lachen, als je de humor maar wílt zien. Lachen is bovendien een goede manier om te ontspannen. Daarom moedig ik de mensen die ik coach, ook vaak aan om de vrolijke noten in het leven op te zoeken. En als je daar moeite mee hebt, dan kun je altijd nog naar een lachworkshop. Dat heb ik een keer op tv gezien en dat werkt echt! Je begint gewoon met een zachtjes ‘ha ha ha, ha ha ha’. Als je wilt, kun je je buik daarbij vasthouden, zodat je de lach ook echt voelt. Voer het volume langzaam op en varieer je toonhoogte. Zodra je een beetje op dreef komt, trek er dan ook een breed lachend gezicht, of gekke bekken bij. Succes verzekerd! Zeker als je dit met een stel vrienden of vriendinnen doet, slaat de meligheid geheid toe. En lachen om niks, dat is het leukste wat er is.Veel plezier! Groeten Sandra Dolk
Op October 19, 2009