Cowboy versus boeren
Op Sprout lees ik dat men behoorlijk is gevallen over een column van KvK-voorzitter Frans van Steenis over de positie van ZZP-ers. Zijn stelling is dat een behoorlijk deel van de zelfstandigen zonder personeel eigenlijk helemaal geen ondernemers zijn maar een soort tussenvorm tussen werknemer en ondernemer. Een aantal dagen geleden had ik met één van mijn beste vrienden dezelfde discussie.Fiscaal en juridisch gezien zijn wij beiden al een groot gedeelte van ons werkende leven ondernemer. Hij met een klein koeriersbedrijf en ik als freelancer in de reclame en media. Mijn ondernemersloopbaan begon ruim twintig jaar geleden toen ik van school afkomend op zoek was naar werk als grafisch werktekenaar en net had kennis gemaakt met versie 1.0 van Quark Xpress. Het was zonder ervaring niet gemakkelijk om aan werk te komen en als ik dan een baan vond, stond ik vaak drie maanden later weer op straat. Na negentig dagen lang dezelfde deur door te zijn geweest vroeg ik me vertwijfeld af of ik net als mijn vader de rest van mijn leven met dezelfde mensen zat opgescheept. Alleen al van de gedachte werd ik misselijk, wat meestal leidde tot het nemen van ontslag of vriendelijk verzocht worden in mijn proeftijd af te haken. Mijn laatste werkgever, een kleine ondernemer die bijzondere stands ontwierp en bouwde, suggereerde dat het voor mij misschien beter was om voor mezelf te beginnen.
Uiteindelijk is dat het beste slechtnieuwsgesprek geweest dat ik ooit heb gevoerd en een week later liet ik mij vertegenwoordigen door een vroege startup van Maurice de Hond. Negentig procent van de grafische studio's van reclamebureaus en uitgeverijen was nog volledig analoog en de paar voorlopers investeerden in de eerste Mac's maar hadden niet de mensen om ze te bemannen. Onze opiniepeiler had dit goed begrepen want als hij een DTP-set van dertigduizend gulden had verkocht, regelde hij gelijk een freelancer om dit station te bemannen. Bijna tien jaar lang verhuurde ik mijzelf succesvol als freelancer om hiaten aan kennis, ervaring en mankracht te vullen.
De term ZZP bestond nog niet maar ondernemersland werd bevolkt door twee groepen. Aan de ene kant had je de ondernemer die daadwerkelijk diensten, kennis of producten verkocht en aan de andere kant van het spectrum had je de freelancer die zijn of haar geld verdiende door lijf en leden op basis van uurtarief te verhuren. De eerste groep waren de boeren met hun ranches en wij waren de vrijgevochten cowboys die vooral koning waren over onze eigen tijd. Veel van de toenmalige freelancers hielden dit onzekere bestaan overigens niet lang vol en kozen er naar verloop van tijd voor om in vaste dienst te gaan of om hun snel verdiende centjes te investeren in een eigen studio. Als echte vrije jongens meesmuilden we om beiden.
Vaak heb ik medelijden gehad met oud-collega's die een eigen studio waren begonnen. Ze waren voor zichzelf gestart in een goede tijd met uitdagende klanten en hadden zich vrolijk in de schulden gewerkt. De spoeling werd met al deze nieuwe bedrijfjes allengs dunner en als ik ze opzocht waren ze vaak met saaie en onderbetaalde retailklussen bezig om de tent maar draaiende te houden. Het gros van die bedrijfjes ging vrij snel en een illusie armer op de fles terwijl ik als freelancer juist kon kiezen voor de leuke klanten en de boeiende klussen. Mijn enige investering was tenslotte een destijds nog dure mobiele telefoon en een overjarige Mac met matrixpinter om de uurtje-factuurtjes op te maken. De enige promotie was mond-op-mond reclame en een enkele in envelop gestoken mailing.
Als vrije jongens hadden we overigens geen enkele zekerheid. Ik herinner me nog een volle lijst met boekingen voor de aankomende maanden om de viltstiftschetsen van art-directors om te zetten in digitale documenten die dan weer door het lagere echelon op de studio werd omgezet naar de diverse formaten en tekstwissels. Veel van mijn klanten werkten voor bedrijven als Sara Lee, Unilever en KLM en er stonden behoorlijk wat nieuwe productlanceringen op stapel. In de week voor de eerste Golfoorlog kreeg ik echter steeds vaker telefoontjes met annuleringen omdat de Derde Wereldoorlog misschien op uitbreken stond en niemand een nieuw soort koffie op de markt wilde brengen als de Scudrakketten het luchtruim van Israel doorkruisten. Van een omzetverwachting van ruim tienduizend gulden per maand, stond ik binnen no-time met lege handen. De echte freelancer wachtte overigens rustig af, nam een paar weekjes welverdiende rust en toen het allemaal wat langer bleek te duren, namen we even een uitzendbaantje. Het enige waar ik over klaagde was het feit dat ik nu om een uur of acht 's ochtends aan het werk moest terwijl ik als freelancer vrijwel nooit voor een uur of tien begon. Als de bui over was, gingen de klanten vanzelf weer bellen.
De vraag is of je mij destijds als echte ondernemer kon aanmerken. Hoewel ik betere jaaromzetten draaide dan de gemiddelde eenmanszaak met een winkeltje of kantoor had ik een Calimero balans. Mijn belangrijkste werkkapitaal lag 's nachts in bed, deed de boodschappen en kwam opdraven als een klant mij nodig had. Ik weet het niet eens meer zeker maar volgens mij kon ik me niet inschrijven bij de Kamer van Koophandel want die erkende het vrije beroep niet net als een notaris, advocaat of huisarts zich niet in kon schrijven. Om later als journalist aan het benodigde KvK-bewijs te komen om een eigen domein te mogen registeren, schreef ik me maar in als copywriter want daar had men wel een vakje voor in de database.
Een deel van de huidige ZZP-ers in bijvoorbeeld de bouw doet niet anders als ik als freelancer deed. Zij verhuren zichzelf per uur of dag en misschien het gereedschap dat ze op de bouwplaats gebruiken. Het gros heeft geen visitekaartje of website en tikt zijn factuurtjes in een Word-document dat hij steeds weer kopieert. De schoenendoos met bonnetjes gaat elk kwartaal naar de boekhouder en een enkeling neemt de moeite om een telefoonnummer op het busje te zetten met plakletters uit de bouwmarkt. Inmiddels ken ik overigens ook accountants die zich per uur aan administratiekantoren verhuren, marketeers die via een detacheerder aanschuiven en koks voor piekmomenten tijdens de feestdagen.
Aan de andere kant zijn er de eenpitters die vanuit huis werken en coachingstrajecten aanbieden, websites ontwikkelen of adviesrapporten schrijven. De output die zij leveren wordt niet in fysieke aanwezigheid uitgedrukt maar in het leveren van kennis, een dienst of een digitaal product. Zij investeren in trainingen, maken zichzelf bekend via social media en promoten zichzelf op netwerkbijeenkomsten. In de eerdere vergelijking met de cowboys zijn zij de kleine keuterboertjes met een stukje grond, een schuur met hooi voor de wintermaanden en vee dat opgefokt moet worden. Zij hebben alle kenmerken van een echte onderneming met als enige uitzondering dat er geen loonlijst is waar mensen op staan.
Van Steenis heeft in dat opzicht dus gelijk dat er twee verschillende soorten ZZP-ers zijn die juridisch misschien ook een andere status moeten krijgen. Laten we in ieder geval beginnen met als eenpitters die bedachte term zelfstandige zonder personeel te schrappen. Wel of geen personeel maakt voor de vorm van ondernemen namelijk helemaal niets uit. Mijn voorstel zou zijn om de titel freelancer weer in ere te herstellen voor de vrije jongens en meisjes en de term zelfstandigen te gebruiken voor eenmanszaken die zich daadwerkelijk als onderneming profileren.
Op April 4, 2011